Laatste nieuws:
* In 1868 gaat J.J. Cremer op zoek naar een ander huis. Een van de huizen die hij heeft bezocht is Prinsegracht 51 te Den Haag. Of de Cremer enthousiast zijn over dit huis lees je in deze bijdrage. (14 mei 2023).
* De roman Anna Rooze van J.J. Cremer uit 1868 geeft een prachtige inkijk in opvattingen van Cremer over letterkunde, schilderkunst, maar ook het Darwinisme. In deze bijdrage een overzicht van door Cremer bewonderde 19e-eeuws schilders, zoals hij ze beschrijft in de roman Anna Rooze. Naar de beschouwing. (10 april 2023).
* Visitekaartje van J.J. Cremer uit ca 1869. De foto was tot nu toe vrijwel onbekend. De fotograaf Lavieter woonde tot 25 april 1870 aan de Kazernestraat 26. Daarna aan de Willemstraat 2. (20 maart 2023).


* In 1877 steunde J.J. Cremer zijn vriend Lodewijk Mulder bij de verkiezingen voor de Tweede kamer. Waarom was Lodewijk Mulder populair bij literair Den Haag. Lodewijk Mulder en de verkiezingen van 1877. (15 maart 2023).
* Presentatie over Fabriekskinderen. Naar de presentatie (14 maart 2023).
*Op bezoek bij A.L.G. Bosboom-Toussaint. In de roman Anna Rooze vertelt Cremer over een bezoek aan Truitje Bosboom-Toussaint. Naar het verslag van het bezoek. (4 maart 2023).
* Anna Rooze, de roman van J.J. Cremer uit 1868, en de daarin genoemde bestsellers uit zijn tijd. Bekijk: Anna Rooze en de bestseller boeken uit het midden van de 19e eeuw. (12 februari 2023).
* Voorleesversie hertaling van Fabriekskinderen met inleiding. Voorgelezen met behulp van AI-methodiek. Download via Fabriekskinderen met inleiding Voorgelezen. (6 februari 2023).
* In een particuliere collectie is opgenomen een nieuw ontdekte tekening van J.J. Cremer. De tekening is gesigneerd met J.J. Cr, maar niet gedateerd. De afbeelding betreft een boslandschap met twee figuren. (21 januari 2023). 
* Video introductie in Fabriekskinderen, een bede maar niet om geld. Door J.J. Cremer geschreven in de strijd tegen kinderarbeid in 1863. (11 januari 2023).
* In geen van de werken van J.J. Cremer is de slavernij een
thema geweest.
Wel heeft hij met enkele zinnen zij afschuw over slavernij
kenbaar gemaakt. In De reus van Antwerpen bespreekt hij een schilderij over de
slavenhandel aan de westkust van Afrika van de Franse schilder François-Auguste
Biard.
In augustus 1861 bezoekt Cremer de kunstfeesten in Antwerpen
en ziet daar in een museum een schilderij over de slavenhandel. Een handelaar
kijkt toe hoe een schip beladen wordt met slaven uit Afrika. De slaven worden
met een zweep afgeranseld. 
Cremer schrijft:
“ En ziet — nu gij de
zalen betreedt, waar de voortbrengsels van 't genie de wanden versieren, ja, nu
huivert gij bij ’t aanschouwen van dien slavenroof aan Afrika's kuste. Uw harte
bloedt bij het angstig bespieden van dat afgrijslijk schoon tafreel, waar de
blanke duivel ten troon zit en die arme zwarten tot dieren verlaagt.”
Cremer was een goede bekende van Louise van Ommeren-Hengevelt.
Deze Louise van Ommeren-Hengevelt (1757-1846) zal nooit verwacht hebben dat ze
na ruim 200 jaar volop in de belangstelling staat vanwege een borduursel dat ze
in 1794 heeft gemaakt en dat het Rijksmuseum in Amsterdam in 1991 in haar
collectie heeft opgenomen.
Het borduursel dat Louise in Arnhem heeft gemaakt is een
protest tegen de slavernij.
In het gedicht onder het borduursel staat: ‘Komt, daar onse
harten bloeden / Dat hier onse daden spreken / Op het zien van slavernij /
Laten wij dit Muisje vrij.’
Op het eerste gezicht zien we een simpel tafereeltje in een
zomerse tuin. Een oudere man, gekleed in een kamerjas en huismuts, zit aan een
ronde tafel en wordt vergezeld door twee vrouwen en een jongetje. Samen kijken
ze naar het muisje dat als een slaaf in het kooitje gevangen zit.
Louise van Ommeren-Hengevelt
Louise Hengevelt trouwt met de rijke Arnhemse koopman Jacob
Jan van Ommeren, die actief patriot was en lid was van de Vaderlandsche
Sociëteit voor Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap te Arnhem. Mogelijk is
Louise door de politieke betrokkenheid van haar man bekend geraakt met de
patriotse ideeën over vrijheid en gelijkheid.
Een andere betrokkenheid kan zijn dat Louise bekend was met
een andere familie Hengevelt die een zeer uitgebreide plantage in Suriname had.
In 1745 werd aan de Commewijnerivier in Suriname plantage Alkmaar opgericht. De
plantage zou uitgroeien tot één van de grootste suikerplantages in Suriname. In
1745 kocht de Alkmaarder Jacobus Hengevelt (1696-1746) een groot stuk land aan
de Commewijnerivier in Suriname. Hengevelt woonde al enkele tientallen jaren in
Suriname, waar hij, net als zijn vader in Alkmaar, landmeter en kaartmaker was.
Nog voordat de plantage in bedrijf ging, stierf Hengevelt (waarschijnlijk
vergiftigd door slaven). Zijn weduwe Catharina de Lies hertrouwde in 1747 met
Charles Godefroy (1704-1773), die beschouwd wordt als stichter van plantage
Alkmaar.
Het leven van de Arnhemse borduurster is moeilijk in beeld
te brengen omdat de bronnen beperkt zijn. We weten dat ze een vooraanstaand lid
was van de Arnhemse gemeenschap. Na de dood van haar man in 1819 was ze
erfgename van een aanzienlijk aantal huizen in en rond Arnhem, en tot aan haar
dood in 1846 woonde ze in Arnhem maar ze verbleef ook op de Oldenhof te Driel.
Als rijke weduwe steunde Louise de protestantse kerk in Driel.
Louise stond in een bijzondere betrekking met de familie Nagel,
de familie van de moeder van J.J. Cremer.
Louise Nagel verloor al vroeg haar moeder. Vóór
haar twaalfde jaar was haar vader reeds tweemaal hertrouwd, zodat Louise in een
onrustig gezin opgroeide. De familie Nagel bezocht, waarschijnlijk op
uitnodiging van Van Ommeren, de Oldenhof
met regelmaat.
Louise Hengevelt, die zelf geen kinderen had, heeft zich
waarschijnlijk bekommerd om haar naamgenote, en bouwde een goede band met haar
op. Het kan zijn dat Louise Nagel niet met haar stiefmoeders kon omgaan en door
Louise Hengevelt in haar huis is opgenomen. In 1824, ten tijde van haar
huwelijk met Alexander Cremer woonde ze in ieder geval op de Oldenhof.
De goede band is tot aan de dood van Louise Hengevelt
gebleven. In een gedicht dat J.J. Cremer maakte voor zijn moeder in 1847 lijkt
Cremer te refereren naar de goede verstandhouding tussen zijn moeder en Louise
Hengevelt.
Waarschijnlijk heeft Alexander Cremer zijn vrouw Louise
Nagel bij de familie van Ommeren leren kennen. Na zijn huwelijk met Louise
Nagel verbleef ook de familie Cremer frequent op de Oldenhof.
Wanneer Alexander Cremer de Oldenhof overnam van Van Ommeren
is niet bekend, maar alles wijst erop dat dit pand na de dood van Van
Ommeren-Hengelt in 1846 is overgegaan naar de Cremers.
Er wordt gesuggereerd dat J.J. Cremer is vernoemd naar Jacob
Jan van Ommeren. Al heeft Cremer voorvaderen met de naam Jacob en Jan, het is inderdaad
opvallend dat Jacob als oudste zoon niet naar een van de opa’s is vernoemd.
De vader van J.J. Cremer heeft de dood van Louise Hengevelt aangegeven
op het gemeentehuis te Arnhem, noemende zich haar neef. Dat was hij niet. Maar
blijkbaar waren de relaties dermate familiair dat hij zich zo wilde noemen.
www.jacobcremer.nl
Bron: Robin Akkermans & Laura de Jong. - B. Aardewerk,
'Tuintafereeltje of politiek pamflet?', Kunst en Antiekjournaal (september
1999), 15. - S. Legêne, 'Gekooide levens: een vrije interpretatie van een borduurwerk
tegen de slavernij', Bulletin van het Rijksmuseum 48 (2000), 280-293.
Slavenhandel aan de Goudkust door Ruud van Capelleveen. (19-12-2022)
* Op Youtube is een introductie verschenen over de Openbare brief aan de minister van binnenlandse zaken van 2 juni 1870 van J.J. Cremer. Cremer dringt sterk aan op het indienen van een wet tegen de kinderarbeid. Pas 4 jaar laten kwam het kinderwetje van Van Houten. (10 oktober 2022).
* Op Youtube is een introductie verschenen over "Een woord aan zijn landgenooten" uit 1870 door J.J. Cremer. Cremer roept de Nederlandse bevolking op een adres te sturen naar de koning met het verzoek kinderarbeid te verbieden (29 september 2022).
* Op Youtube is een introductie verschenen over "Het jawoord" een Scheveningse vertelling uit 1857 door J.J. Cremer. Een vissersboot met de knecht Klaas aan boord vergaat vlak voor zijn huwelijk. (24 augustus 2022).
*Op Youtube is een introductie verschenen over de vertelling "Thijs de smid "uit 1869. De opbrengst van de vertelling kwam ten goede aan Meijer Heijmans, een joodse handelaar, die in Groenlo ten onrechte werd beschuldigd van brandstichting. (12 augustus 2022).
* Op Youtube is een introductie verschenen over de Overbetuwse novelle Kruuzemuntje uit 1867. (21 juli 2022).
*
Deze tekening heeft J.J. Cremer waarschijnlijk in 1853 gemaakt. Na het overlijden van hun dochter in april 1853 vertrok Cremer met zijn vrouw naar Duitsland waar hij meerdere tekeningen en een schilderij heeft gemaakt. Deze tekening is in december 2021 in Den Haag bij het Venduehuis verkocht met 15 andere tekeningen. De tekening is niet gesigneerd en gedateerd. (13 juli 2022).

* Op Youtube is een introductie verschenen over de verhandeling uit 1865 van Cremer over Frederik Hendrik Hendriks, de kunstschilder uit Wolfheze en Oosterbeek. (29 juni 2022).
* 150 jaar geleden was J.J. Cremer zijn roman Hanna de Freule
aan het afronden. Op de laatste pagina
van het handschrift heeft Cremer de roman gedateerd op 12 oktober 1872. (27 juni 2022).
In augustus 1872 laat Cremer aan het Algemeen handelsblad weten
dat hij zijn nieuwe roman Hanna de freule eind van het jaar wil laten
verschijnen.
Begin 1873 verschijnt
de roman in twee edities. Er verschijnt een handelseditie en een editie als
premie bij de krant Het nieuws van den dag.
De editie van het Nieuws van den dag bevat storende fouten
omdat Cremer geen tijd kreeg om de uitgave te corrigeren. De uitgever biedt
daarvoor excuses aan.
De roman is de eerste sociale roman in Nederland.
Cremer stelt dat arbeiders rechtvaardige eisen mogen stellen
ten aanzien van loonsverhoging, het beperken van het aantal arbeidsuren en het
afschaffen van de kinderarbeid, en het recht op veiligheid en hygiëne in de
fabrieken.
Hoewel Cremer afwijzend staat tegenover revolutionaire
gewelddaden geeft Cremer in deze roman de arbeiders een stem om op te komen
voor hun welzijn. Arbeiders en fabrikanten dienen gezamenlijk te komen tot een
verbetering van arbeidsvoorwaarden.
In het vaderland verscheen in januari 1873 een vierdelige
samenvatting van de roman. Voor wie kennis wil nemen van de inhoud van de roman
hierbij deze samenvatting.




* J.J. Cremer publiceerde in 1863 zijn novelle Oan 't kleine revierke en in 1869 zijn toneelstuk Boer en edelman in het tijdschrift Het geillustreerd stuivers magazijn. Meer over dit magazijn is te vinden in deze bijlage
* Op Youtube is de introductie verschenen over de Betuwse novelle Grietje op 't Honings-arf. Een novelle over bijgeloof uit 1865. (17 juni 2022).
* Op de internationale dag tegen kinderarbeid dit fictief interview met J.J. Cremer. Helaas met consequent een foute volgorde van zijn voornamen. naar interview (12 juni 2022).
* Op Youtube is een introductie verschenen over de Betuwse novelle Oan 't kleine revierke uit 1863. (6 mei 2022).
* Op Youtube is een video verschenen over de novelle "Het oude en het nieuwe orgel" uit 1865. (19-4-2022)